Vertaling van assimileren

Inhoud:

Nederlands
Frans
assimileren, in zich opnemen {ww.}
assimiler 

wij assimileren
jullie assimileren
zij assimileren

nous assimilons
vous assimilez
ils/elles assimilent
» meer vervoegingen van assimiler

accommoderen, schikken, aanpassen, richten, assimileren, plooien, voegen, zich aanpassen, zich schikken {ww.}
s'adapter 
s'ajuster 
Hij kon zich niet aan nieuwe omstandigheden aanpassen.
Il n'a pas pu s'adapter à de nouvelles circonstances.


Gerelateerd aan assimileren

in zich opnemen - accommoderen - schikken - aanpassen - richten - plooien - voegen - zich aanpassen - zich schikken