Vertaling van beieren

Inhoud:

Nederlands
Frans
Beieren [o] {zn.}
Bavière [v]
aflopen, beieren, galmen, kleppen, luiden, schalmen, overgaan {ww.}
sonner 
tinter 

wij beieren
jullie beieren
zij beieren

nous sonnons
vous sonnez
ils/elles sonnent
» meer vervoegingen van sonner



Gerelateerd aan beieren

Beieren - aflopen - galmen - kleppen - luiden - schalmen - overgaan