Vertaling van benoemen

Inhoud:

Nederlands
Frans
heten, noemen, benoemen, uitmaken voor {ww.}
nommer 

wij benoemen
jullie benoemen
zij benoemen

nous nommons
vous nommez
ils/elles nomment
» meer vervoegingen van nommer



Gerelateerd aan benoemen

heten - noemen - uitmaken voor