Vertaling van berg

Inhoud:

Nederlands
Frans
berg [m] {zn.}
montagne  [v] (la ~)
mont  [m] (le ~)
Ik ga naar de berg.
Je vais à la montagne.
We beklommen de steile berg.
Nous gravissions la montagne abrupte.
Berg [o] {eigenn.}
Berg
bergen, insluiten, opbergen, opsluiten, wegbergen {ww.}
serrer 

ik berg

je serre
» meer vervoegingen van serrer

behouden, bergen, redden {ww.}
sauver 

ik berg

je sauve
» meer vervoegingen van sauver

behouden, bergen, bewaren, conserveren, onderhouden, overhouden {ww.}
conserver 
retenir 
maintenir 

ik berg

je conserve
» meer vervoegingen van conserver

Melk moet men bewaren bij relatief lage temperatuur.
On doit conserver le lait à température relativement basse.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik ga naar de berg.

Je vais à la montagne.

We beklommen de steile berg.

Nous gravissions la montagne abrupte.

Hoe hoog is die berg?

Quelle est l'altitude de cette montagne?

Er ligt sneeuw op de berg.

Il y a de la neige sur la montagne.

Wat is de hoogste berg van Europa?

Quelle est la plus haute montagne d'Europe ?

De berg is bedekt met sneeuw.

La montagne est recouverte de neige.

De berg is tweeduizend meter boven het zeeniveau.

La montagne est à 2000 mètres au-dessus du niveau de la mer.

Ze waren te moe om een berg te beklimmen.

Ils étaient trop fatigués pour grimper une montagne.

Wat is de hoogste berg van Noord-Amerika?

Quelle est la montagne la plus élevée en Amérique du Nord ?

Deze berg is het hele jaar door bedekt met sneeuw.

Cette montagne est couverte de neige tout au long de l'année.

Ik ontmoette een aantal wandelaars op de berg.

J'ai rencontré des randonneurs dans la montagne.

Hij dacht dat hij de berg kon beklimmen.

Il pensait qu'il pouvait faire l'ascension de la montagne.

De hele berg wordt rood in de herfst.

La montagne entière devient rouge en automne.