Vertaling van besparen
Inhoud:
Nederlands
Frans
wij besparen
jullie besparen
zij besparen
nous économisons
vous économisez
ils/elles économisent
» meer vervoegingen van économiser
Je moet altijd een appeltje voor de dorst sparen.
Tu devrais toujours économiser de l'argent en prévision de périodes de vaches maigres.