Vertaling van besturen
wij besturen
jullie besturen
zij besturen
nous dirigeons
vous dirigez
ils/elles dirigent
» meer vervoegingen van diriger
wij besturen
jullie besturen
zij besturen
nous conduisons
vous conduisez
ils/elles conduisent
» meer vervoegingen van conduire
wij besturen
jullie besturen
zij besturen
nous régissons
vous régissez
ils/elles régissent
» meer vervoegingen van régir
wij besturen
jullie besturen
zij besturen
nous régnons
vous régnez
ils/elles règnent
» meer vervoegingen van régner
wij besturen
jullie besturen
zij besturen
nous conduisons
vous conduisez
ils/elles conduisent
» meer vervoegingen van conduire
wij besturen
jullie besturen
zij besturen
nous régissons
vous régissez
ils/elles régissent
» meer vervoegingen van régir
Voorbeelden in zinsverband
Heeft uw oom u zijn auto laten besturen?
Ton oncle t'a-t-il laissé conduire sa voiture ?
Ge kunt niet te oplettend zijn bij het besturen van een auto.
Tu ne pourras jamais être trop prudent lorsque tu conduis une voiture.