Vertaling van bevoegdheid

Inhoud:

Nederlands
Frans
bevoegdheid [v], recht {zn.}
droit  [m] (le ~)
U hebt het recht om te zwijgen.
Vous avez le droit de garder le silence.
bevoegdheid [v], competentie [v], deskundigheid [v], expertise {zn.}
habilité
compétence [v] (la ~)
bevoegdheid [v], machtiging [v], mandaat, volmacht {zn.}
autorisation  [v] (l' ~)


Gerelateerd aan bevoegdheid

recht - competentie - deskundigheid - expertise - machtiging - mandaat - volmacht