Vertaling van bezeren
Inhoud:
Nederlands
Frans
bezeren, pijn doen, pijn veroorzaken {ww.}
froisser
faire mal
abîmer
amocher
blesser
faire mal
abîmer
amocher
blesser
wij bezeren
jullie bezeren
zij bezeren
nous froissons
vous froissez
ils/elles froissent
» meer vervoegingen van froisser