Vertaling van bijeen

Inhoud:

Nederlands
Frans
aaneen, bijeen, ineen, samen, tezamen {bw.}
ensemble 
bijeenbinden, samenbinden, verbinden {ww.}
réunir 
joindre 
relier 
associer 

ik bind bijeen
jij bindt bijeen
hij/zij/het bindt bijeen

je réunis
tu réunis
il/elle réunit
» meer vervoegingen van réunir



Gerelateerd aan bijeen

aaneen - ineen - samen - tezamen - bijeenbinden - samenbinden - verbinden