Vertaling van bijeenbrengen
Inhoud:
Nederlands
Frans
ik zal bijeenbrengen
jij zult bijeenbrengen
hij/zij/het zal bijeenbrengen
j'emporterai
tu emporteras
il/elle emportera
» meer vervoegingen van emporter
Wat moet ik meenemen?
Que dois-je emporter ?
verzamelen, bijeenbrengen, bijeengaren, bijeenkrijgen, rapen, samenbrengen, verenigen, vergaren, paren, vergaderen, accumuleren, ophopen, opeenhopen {ww.}
ik zal bijeenbrengen
jij zult bijeenbrengen
hij/zij/het zal bijeenbrengen
j'accumulerai
tu accumuleras
il/elle accumulera
» meer vervoegingen van accumuler
ik zal bijeenbrengen
jij zult bijeenbrengen
hij/zij/het zal bijeenbrengen
j'accouplerai
tu accoupleras
il/elle accouplera
» meer vervoegingen van accoupler