Vertaling van blijven
wij blijven
jullie blijven
zij blijven
nous restons
vous restez
ils/elles restent
» meer vervoegingen van rester
wij blijven
jullie blijven
zij blijven
nous continuons
vous continuez
ils/elles continuent
» meer vervoegingen van continuer
wij blijven
jullie blijven
zij blijven
nous continuons
vous continuez
ils/elles continuent
» meer vervoegingen van continuer
wij blijven
jullie blijven
zij blijven
nous continuons
vous continuez
ils/elles continuent
» meer vervoegingen van continuer
Voorbeelden in zinsverband
Zult ge thuis blijven?
Tu restes à la maison ?
Thuis blijven is saai.
Rester à la maison est chiant.
Je moet blijven trainen.
Vous devez continuer à vous exercer.
Ik zou liever thuis blijven.
Je préférerais rester à la maison.
Thuis blijven is niet leuk.
Rester chez soi n'est pas marrant.
Het is saai om thuis te blijven.
Rester chez soi est ennuyeux.
We willen blijven wat we zijn.
Nous voulons rester ce que nous sommes.
Als het morgen regent, blijven we thuis.
Si demain il pleut on reste à la maison.
Levend of dood, ik zal altijd van je blijven houden.
Mort ou vif, je t'aimerai toujours.
Ik ben het gewend 's avonds laat op te blijven.
Je suis habitué à veiller tard le soir.
Hoe lang moet ik nog in het ziekenhuis blijven?
Combien de temps encore devrai-je rester à l'hôpital ?
Hij ging weg om bij zijn kozijn te blijven.
Il est parti pour rester avec son cousin.
Ik hoop dat we in contact zullen kunnen blijven.
J'espère que nous pourrons rester en contact.
Ga je daar de hele dag blijven staan?
Allez-vous juste rester planté là toute la journée ?
Hoeveel dagen ben je van plan om te blijven?
Combien de jours as-tu prévu de rester ?