Vertaling van boord

Inhoud:

Nederlands
Frans
boord [m], kant [m], kust [v], oever [m], wal [m], waterkant [m] {zn.}
bord  [m] (le ~)
côte  [v] (la ~)
rive  [v] (la ~)
Hij is aan boord van het schip.
Il est à bord du bateau.
Is er een arts aan boord?
Y a-t-il un médecin à bord ?
boord [o], halsboord [o], kraag [m] {zn.}
col  [m] (le ~)
faux-col  [m] (le ~)
Hij greep me bij mijn kraag.
Il m'agrippa par le col.
band [m], boord [m], kant [m], rand, zoom {zn.}
bord  [m] (le ~)
lisière  [v] (la ~)
We stonden aan de rand van een klif.
Nous étions au bord du précipice.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Hij is aan boord van het schip.

Il est à bord du bateau.

Is er een arts aan boord?

Y a-t-il un médecin à bord ?


Gerelateerd aan boord

kant - kust - oever - wal - waterkant - halsboord - kraag - band - rand - zoom