Vertaling van bot maken

Inhoud:

Nederlands
Frans
maken, aanmaken, bedrijven, doen, uitbrengen, uitrichten, uitvoeren {ww.}
faire 
poser 
opérer 
fabriquer 
construire 

wij maken aan
jullie maken aan
zij maken aan

nous faisons
vous faites
ils/elles font
» meer vervoegingen van faire

Beter niets doen, dan een fout te maken.
Il est préférable de ne rien faire que de faire quelque chose de médiocre.
Wat moet ik doen?
Que dois-je faire ?
afstompen, bot maken {ww.}
engourdir
assourdir
amortir 
adoucir 
émousser
fabriceren, maken, aanmaken, vervaardigen {ww.}
fabriquer 

wij maken aan
jullie maken aan
zij maken aan

nous fabriquons
vous fabriquez
ils/elles fabriquent
» meer vervoegingen van fabriquer

afmaken, afsluiten, beëindigen, besluiten, uitmaken, voleindigen {ww.}
finir 
terminer 
cesser 

wij maken af
jullie maken af
zij maken af

nous finissons
vous finissez
ils/elles finissent
» meer vervoegingen van finir

doden, doodmaken, ombrengen {ww.}
tuer 
abattre 
rectifier 

wij maken dood
jullie maken dood
zij maken dood

nous tuons
vous tuez
ils/elles tuent
» meer vervoegingen van tuer

Sommige mensen lezen een boek om de tijd te doden.
Certains lisent des livres pour tuer le temps.
De man viel haar aan met de bedoeling haar te doden.
L'homme l'a attaquée avec l'intention de la tuer.
aanmaken, bereiden, toebereiden, voorbereiden {ww.}
préparer 

wij maken aan
jullie maken aan
zij maken aan

nous préparons
vous préparez
ils/elles préparent
» meer vervoegingen van préparer

Je hoeft geen formele toespraak voor te bereiden.
Tu n'as pas besoin de préparer une allocution formelle.
doorkomen, doormaken, doortrekken {ww.}
subir 

wij maken door
jullie maken door
zij maken door

nous subissons
vous subissez
ils/elles subissent
» meer vervoegingen van subir

dichten, dichtmaken, stoppen, toestoppen, verstoppen, volstoppen {ww.}
raccommoder 
boucher 

wij maken dicht
jullie maken dicht
zij maken dicht

nous raccommodons
vous raccommodez
ils/elles raccommodent
» meer vervoegingen van raccommoder

buitmaken, behalen, verkrijgen, verwerven {ww.}
obtenir 
gagner 
acquérir 

wij maken buit
jullie maken buit
zij maken buit

nous obtenons
vous obtenez
ils/elles obtiennent
» meer vervoegingen van obtenir

Waar kan ik een kaart van Europa verkrijgen?
Où puis-je obtenir une carte de l'Europe ?
dichtdoen, dichtmaken, sluiten, toedoen {ww.}
fermer 

wij maken dicht
jullie maken dicht
zij maken dicht

nous fermons
vous fermez
ils/elles ferment
» meer vervoegingen van fermer

aanmaken, aansteken, doen ontbranden, ontsteken, stoken {ww.}
allumer 
enflammer 

wij maken aan
jullie maken aan
zij maken aan

nous allumons
vous allumez
ils/elles allument
» meer vervoegingen van allumer

drogen, afdrogen, droogmaken, uitdrogen {ww.}
sécher 

wij maken droog
jullie maken droog
zij maken droog

nous séchons
vous séchez
ils/elles sèchent
» meer vervoegingen van sécher

beleven, doormaken, ervaren, ondervinden {ww.}
apprendre par l'expérience 
subir 

wij maken door

buitmaken, plunderen, roven, stropen {ww.}
piller 
ravir 

wij maken buit
jullie maken buit
zij maken buit

nous pillons
vous pillez
ils/elles pillent
» meer vervoegingen van piller