Vertaling van buit

Inhoud:

Nederlands
Frans
buit [m], prooi {zn.}
proie  [v] (la ~)
buit [m], prooi, vangst {zn.}
proie  [v] (la ~)
buit [m], wild {zn.}
gibier  [m] (le ~)
aanwinst [v], acquisitie [v] (de ~), buit [m], verkrijging [v], verwerving [v], prooi {zn.}
obtention [v] (l' ~)
acquisition  [v] (l' ~)
aanwinst [v], buit [m], acquest, prooi {zn.}
butin [m] (le ~)
acquisition  [v] (l' ~)


Gerelateerd aan buit

prooi - vangst - wild - aanwinst - acquisitie - verkrijging - verwerving - acquest