Vertaling van constructie

Inhoud:

Nederlands
Frans
bouw [m], constructie [v], gebouw [o], opbouw {zn.}
construction  [v] (la ~)
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
Le bâtiment est en construction.
bouwwerk [o], gebouw [o], perceel [o], bouwsel, constructie {zn.}
bâtiment  [m] (le ~)
immeuble  [m] (l' ~)
Kijk naar dat gebouw.
Regarde ce bâtiment.
Kijk naar het grote gebouw daar.
Regardez le grand immeuble là-bas.
bouw [m], aanbouw [m], constructie [v] {zn.}
construction  [v] (la ~)
De brug is in aanbouw.
Le pont est en construction.
De brug is nog steeds in aanbouw.
Le pont est encore en construction.
bouw [m], constructie [v], samenstelling [v], structuur [v] {zn.}
structure  [v] (la ~)
De hersenen hebben een ingewikkelde structuur.
La structure du cerveau est compliquée.


Gerelateerd aan constructie

bouw - gebouw - opbouw - bouwwerk - perceel - bouwsel - aanbouw - samenstelling - structuur