Vertaling van dronken

Inhoud:

Nederlands
Frans
beschonken, dronken, zat {bn.}
ivre 
drinken, gebruiken {ww.}
boire 

wij dronken
jullie dronken
zij dronken

nous buvions
vous buviez
ils/elles buvaient
» meer vervoegingen van boire

Wil je iets te drinken?
Désirez-vous boire quelque chose ?
Europeanen drinken graag wijn.
Les Européens aiment boire du vin.
drinken, pimpelen {ww.}
s'enivrer 


Gerelateerd aan dronken

beschonken - zat - drinken - gebruiken - pimpelen