Vertaling van elk
Voorbeelden in zinsverband
De trein stopt op elk station.
Le train s'arrête à chaque station.
Elk land heeft zijn nationale vlag.
Chaque pays a son drapeau national.
Hij komt bijna elk weekend thuis.
Il revient chez lui presque tous les weekends.
Ze hebben elk een geschenk ontvangen.
Elles reçurent toutes trois un présent.
Elk van zijn kinderen heeft een eigen kamer.
Chacun de ses enfants dispose de sa propre chambre.
Elk van de drie jongens hebben een prijs gewonnen.
Chacun des trois garçons a gagné un prix.
Aan het begin van elk weekeinde ben ik tegelijk moe en vrolijk.
Au début de chaque weekend, je suis à la fois fatigué et joyeux.
Voor iemand die alleen een hamer in z'n gereedschapskist heeft ziet elk probleem eruit als een spijker.
Pour celui qui n'a qu'un marteau dans sa trousse à outils, tout problème ressemble à un clou.