Vertaling van fietsen
Inhoud:
Nederlands
Frans
fietsen, wielrijden {ww.}
pédaler
wij fietsen
jullie fietsen
zij fietsen
nous pédalons
vous pédalez
ils/elles pédalent
» meer vervoegingen van pédaler
Is dit jouw fiets?
Est-ce ta bicyclette ?
Zijn fiets is blauw.
Sa bicyclette est bleue.