Vertaling van fijn

Inhoud:

Nederlands
Frans
fijn, spitsvondig, subtiel {bn.}
fin 
subtil 
fijn, lekker, smakelijk, van goede smaak getuigend {bn.}
savoureux 
succulent 
fijn, gekuist {bn.}
delié
fin 
delicaat, fijn, gevoelig, iel, kies, kieskeurig, tactvol, teder, teer {bn.}
délicat 
tendre 
orthodox, rechtzinnig, fijn {bn.}
orthodoxe