Vertaling van flaneren

Inhoud:

Nederlands
Frans
drentelen, flaneren, kuieren, slenteren, rondhangen {ww.}
se balader
se promener
flâner

wij flaneren
jullie flaneren
zij flaneren

nous flânons
vous flânez
ils/elles flânent
» meer vervoegingen van flâner



Gerelateerd aan flaneren

drentelen - kuieren - slenteren - rondhangen