Vertaling van flauw

Inhoud:

Nederlands
Frans
flauw, dom, onnozel, simpel, stompzinnig {bn.}
sot 
bébête 
bewusteloos raken, bezwijmen, in zwijm vallen, flauwvallen, zwijmen {ww.}
s'évanouir 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Ik heb geen flauw benul.

Je n'en ai pas la moindre idée.

Ik heb geen flauw idee.

Je n'en ai pas la moindre idée.

Ik denk dat ik flauw ga vallen.

Je pense que je vais m'évanouir.

Ik heb geen flauw idee waarom het zo is.

Je n'ai pas la moindre idée de pourquoi il en va ainsi.

Hij viel in het midden van zijn toespraak flauw.

Il s'est évanoui au milieu de son discours.

Hij viel flauw van honger en vermoeidheid, maar even later kwam hij weer bij.

Il s'évanouit de faim et de fatigue, mais revint à lui peu après.