Vertaling van fortuin

Inhoud:

Nederlands
Frans
fortuin [o], rijkdom {zn.}
fortune  [v] (la ~)
John erfde een groot fortuin.
John a hérité d'une grosse fortune.
Hij liet zijn zoon een fortuin na.
Il a laissé une fortune a son fils.
fortuin [o], lot, levenslot {zn.}
fortune  [v] (la ~)
destinée  [v] (la ~)
sort  [m] (le ~)
Het is het lot van de mens om te lijden.
La souffrance est la destinée des hommes.
fortuin, fortuinlijkheid [v], lot {zn.}
fortune  [v] (la ~)


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

John erfde een groot fortuin.

John a hérité d'une grosse fortune.

Hij liet zijn zoon een fortuin na.

Il a laissé une fortune a son fils.


Gerelateerd aan fortuin

rijkdom - lot - levenslot - fortuinlijkheid