Vertaling van ge

Inhoud:

Nederlands
Frans
u, je, jij, ge, gij, jullie, gijlieden, gijlui, gelui, jelui, jou {pers. vnw.}
vous 
tu 
toi 
je, jij, ge, gij {pers. vnw.}
tu 
toi 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Hebt ge een aansteker?

As-tu du feu ?

Hebt ge Japanse dagbladen?

Avez-vous des journaux japonais ?

Kunt ge dat herhalen?

Pouvez-vous répéter cela, s'il vous plaît ?

Waar hebt ge pijn?

Où as-tu mal ?

Schrijft ge een brief?

Êtes-vous en train d'écrire une lettre ?

Hebt ge geroepen?

As-tu appelé ?

Ge waart laat zeker?

Vous étiez en retard, n'est-ce pas ?

Zijt ge student?

T'es étudiant?

Ge zijt mooi.

Vous êtes belles.

Spreekt ge tegen mij?

C'est à moi que vous parlez ?

Ge zijt mijn zonnetje.

Tu es mon rayon de soleil.

Zijt ge bezet morgennamiddag?

Êtes-vous occupée demain après-midi ?

Ge doet mij dromen.

Tu me fais rêver.

Hoeveel hebt ge nodig?

Tu as besoin de combien ?

Zijt ge allemaal klaar?

Êtes-vous tous prêts ?


Gerelateerd aan ge

u - je - jij - gij - jullie - gijlieden - gijlui - gelui - jelui - jou