Vertaling van gebouw

Inhoud:

Nederlands
Frans
bouw [m], constructie [v], gebouw [o], opbouw {zn.}
construction  [v] (la ~)
Het gebouw is op het moment in aanbouw.
Le bâtiment est en construction.
bouwwerk [o], gebouw [o], perceel [o], bouwsel, constructie {zn.}
bâtiment  [m] (le ~)
immeuble  [m] (l' ~)
Kijk naar dat gebouw.
Regarde ce bâtiment.
Kijk naar het grote gebouw daar.
Regardez le grand immeuble là-bas.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Kijk naar dat gebouw.

Regarde ce bâtiment.

Moet je dat hoge gebouw zien.

Regarde ce grand bâtiment !

Dat is het gebouw waar papa werkt.

C'est le bâtiment où papa travaille.

Kijk naar het grote gebouw daar.

Regardez le grand immeuble là-bas.

Het gebouw is op het moment in aanbouw.

Le bâtiment est en construction.

Morgen gooi ik voor de lol een watermeloen van het dak van een vijf verdiepingen tellend gebouw.

Demain je vais jeter un melon d'eau du toit d'un immeuble de cinq étages, juste pour le plaisir.


Gerelateerd aan gebouw

bouw - constructie - opbouw - bouwwerk - perceel - bouwsel