Vertaling van gebrand

Inhoud:

Nederlands
Frans
alert, kien, vinnig, gebrand, gespitst, bijtend, doordringend, fel, guur, schel, scherp, schril, snerpend {bn.}
acéré 
aigre 
aigu 
piquant 
rude 
âcre 
coupant 
tranchant 
pointu 
affilé
vive 
marqué 
accusé 
tranché 
saillant 
vif 
perçant 
âpre
cuisant
fort 
acerbe
mordant
incisif
subtil 
pénétrant
fin 
aan zijn, branden {ww.}
brûler 

ik heb gebrand
jij hebt gebrand
hij/zij/het heeft gebrand

j'ai brûlé
tu as brûlé
il/elle a brûlé
» meer vervoegingen van brûler

Met deze ogen zal ik bergen zien branden.
Avec ces yeux, je verrai brûler les montagnes.
braden, branden, roosteren {ww.}
rôtir 
griller 

ik heb gebrand
jij hebt gebrand
hij/zij/het heeft gebrand

j'ai rôti
tu as rôti
il/elle a rôti
» meer vervoegingen van rôtir



Gerelateerd aan gebrand

alert - kien - vinnig - gespitst - bijtend - doordringend - fel - guur - schel - scherp - schril - snerpend - aan zijn - branden - braden