Vertaling van gebruiken
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
nous employons
vous employez
ils/elles emploient
» meer vervoegingen van employer
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
nous buvons
vous buvez
ils/elles boivent
» meer vervoegingen van boire
wij gebruiken
jullie gebruiken
zij gebruiken
nous mangeons
vous mangez
ils/elles mangent
» meer vervoegingen van manger
Voorbeelden in zinsverband
Ik moet medicijnen gebruiken.
Je dois prendre des médicaments.
Mag ik dit potlood gebruiken?
Puis-je utiliser ce crayon ?
Mag ik deze fiets gebruiken?
Puis-je utiliser ce vélo ?
Mag ik jouw potlood gebruiken?
Puis-je utiliser ton crayon ?
Wil je de mijne gebruiken?
Voulez-vous utiliser la mienne ?
Mag ik je telefoon gebruiken?
Puis-je utiliser ton téléphone ?
Mag ik jouw telefoon gebruiken?
Puis-je utiliser ton téléphone ?
Ik denk dat ze jou gebruiken.
Je pense qu'ils se servent de toi.
Door Tatoeba te gebruiken leert men talen.
En utilisant Tatoeba on apprend des langues.
Wij gebruiken woorden om te communiceren.
Nous utilisons les mots pour communiquer.
Wij gebruiken stokjes in plaats van vork en mes.
Nous utilisons des baguettes à la place des couteaux et fourchettes.
Weet je hoe je een woordenboek moet gebruiken?
Sais-tu utiliser un dictionnaire ?
Het is een voordeel een computer de kunnen gebruiken.
C'est un avantage d'être capable d'utiliser un ordinateur.
Je mag mijn auto gebruiken als je voorzichtig rijdt.
Vous pouvez conduire ma voiture pour autant que vous conduisiez prudemment.
Men zegt dat hij kan spreken zonder notities te gebruiken.
On dit qu'il est capable de parler sans notes.