Vertaling van gerust

Inhoud:

Nederlands
Frans
bedaard, gerust, kalm, rustig {bn.}
calme 
paisible 
tranquille 
rusten {ww.}
se reposer 
Hij moest rusten.
Il avait besoin de se reposer.
bedaren, geruststellen, kalmeren {ww.}
abattre 
rassurer 

ik stel gerust
jij stelt gerust
hij/zij/het stelt gerust

je rassure
tu rassures
il/elle rassure
» meer vervoegingen van rassurer



Gerelateerd aan gerust

bedaard - kalm - rustig - rusten - bedaren - geruststellen - kalmeren