Vertaling van goed

Inhoud:

Nederlands
Frans
goed, goede {zn.}
intérêt  [m] (l' ~)
goed, juist, recht {bn.}
exact 
juste 
goed, okee {bn.}
bon 
goed, nu goed {bw.}
bien 
boerderij [v], goed [o], landgoed [o], bezitting [v] {zn.}
bien  [m] (le ~)
propriété foncière [v] (la ~)
propriété  [v] (la ~)
fonds 
domaine  [m] (le ~)
Goed
Bien
Eind goed, al goed.
Tout est bien qui finit bien.
bezit [o], bezitting [v], eigendom [o], goed, vermogen {zn.}
possession  [v] (la ~)
Portugal heeft gedecriminaliseerd het persoonlijk bezit van drugs.
Le Portugal a dépénalisé la possession de drogues à usage personnel.
kleding [v], goed [o], kleren {eigenn.}
vêtements
afgesproken, akkoord, goed, in orde, okee, top {bw.}
soit 
ça va


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Eind goed, al goed.

Tout est bien qui finit bien.

Eind goed, al goed.

Tout est bien qui finit bien.

Goed

Bien

Hij speelt zeer goed.

Il joue très bien.

Zwart staat je goed.

Le noir te va bien.

Zorg goed voor jezelf.

Prenez soin de vous.

Loopt je horloge goed?

Ta montre est-elle exacte ?

Zijn roman verkocht goed.

Son roman se vendit bien.

Hij speelt goed gitaar.

Il joue bien de la guitare.

Het water is goed.

L'eau est bonne.

Dit smaakt goed.

Ça a bon goût.

Gestolen goed gedijt niet.

Bien mal acquis ne profite jamais.

Je bent vrij goed.

Vous êtes assez bonnes.

Je spreekt goed Engels.

Vous parlez bien anglais.

Niets hiervan is goed.

Rien de cela n'est bon.


Gerelateerd aan goed

goede - juist - recht - okee - nu goed - boerderij - landgoed - bezitting - bezit - eigendom - vermogen - kleding - kleren - afgesproken - akkoord