Vertaling van groef

Inhoud:

Nederlands
Frans
gracht, greppel, groef, groeve, kuil, sloot {zn.}
fossé  [m] (le ~)
frons [v], geul, groef, rimpel, voor, vore, zog {zn.}
sillon  [m] (le ~)
ride  [v] (la ~)
cannelure, gleuf, groef, sleuf {zn.}
rainure [v] (la ~)
sillon  [m] (le ~)
cannelure [v] (la ~)
graven, spitten, woelen {ww.}
creuser 

ik groef
jij groef
hij/zij/het groef

je creusais
tu creusais
il/elle creusait
» meer vervoegingen van creuser



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Hij groef een gat.

Il a creusé un trou.

De jongen groef een graf voor zijn hond die gestorven was.

L'enfant creusa une tombe pour son chien qui venait de mourir.


Gerelateerd aan groef

gracht - greppel - groeve - kuil - sloot - frons - geul - rimpel - voor - vore - zog - cannelure - gleuf - sleuf - graven