Vertaling van haast

Inhoud:

Nederlands
Frans
haastigheid [v], haast, ijl {zn.}
hâte  [v] (la ~)
alras, dra, gauw, haast, spoedig, weldra, welhaast, binnenkort {bw.}
bientôt 
tout à l'heure 
bijna, bijkans, haast, schier, vrijwel, welhaast, zo goed als, zowat {bw.}
presque 
à peu près
dringen, haasten, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn {ww.}
être urgent 
presser 

ik haast
jij haast
hij/zij/het haast

je presse
tu presses
il/elle presse
» meer vervoegingen van presser



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Haast je alsjeblieft!

Dépêche-toi, je te prie !

Ik heb haast!

Il faut que je me dépêche !

Haast je langzaam.

Hâtez-vous lentement.

Haast je!

Dépêche-toi!

Haast je, of je haalt de trein niet.

Dépêchez-vous, ou vous manquerez le train.

Ik vond het haast eng om je een hele dag niet online te zien.

Ça m'a presque fait peur de ne pas te voir connectée pendant toute une journée.

Om zo snel te lopen moet hij haast wel steroïden hebben genomen.

Il a assurément pris des produits dopants pour arriver à courir aussi vite.


Gerelateerd aan haast

haastigheid - ijl - alras - dra - gauw - spoedig - weldra - welhaast - binnenkort - bijna - bijkans - schier - vrijwel - zo goed als - zowat