Vertaling van hecht

Inhoud:

Nederlands
Frans
gevestigd, hecht, stevig, vast {bn.}
ferme 
ferm, fors, hecht, potig, robuust, sterk, stevig, stoer, struis {bn.}
robuste 
degelijk, deugdelijk, flink, gedegen, hecht, solide, vast {bn.}
solide 
lijmen, hechten, plakken {ww.}
coller 

ik hecht
jij hecht
hij/zij/het hecht

je colle
tu colles
il/elle colle
» meer vervoegingen van coller



Gerelateerd aan hecht

gevestigd - stevig - vast - ferm - fors - potig - robuust - sterk - stoer - struis - degelijk - deugdelijk - flink - gedegen - solide