Vertaling van heer

Inhoud:

Nederlands
Frans
heer, menigte {zn.}
multitude  [v] (la ~)
heer [m], heerschap [o], meneer [o], mijnheer [o] {zn.}
monsieur  [m] (le ~)
Dank u, meneer.
Merci, Monsieur.
Een dokter onderzocht meneer Brown.
Un médecin examina Monsieur Brun.
heerschaar [v], leger [o], legermacht [v], troepenmacht [v], armee [v], heer [o] {zn.}
armée  [v] (l' ~)
armée militaire [v] (l' ~)
Een taal is een dialect met een leger en een vloot.
Une langue est un dialecte avec une armée et une marine.
baas [m], meester [m], heer, patroon {zn.}
patron  [m] (le ~)
maître  [m] (le ~)
Ik heb met mijn baas geslapen.
J'ai couché avec mon patron.
Mijn baas was gedwongen ontslag te nemen.
Mon patron a été forcé de démissionner.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

De heer…/ Mevrouw… / Juffrouw

Monsieur…/Madame…/Mademoiselle…

Hij is een heer. Hij kan zoiets niet gezegd hebben.

C'est un gentleman, il ne peut avoir dit une telle chose.

Ik zoek de heer Smith

Je cherche M. Smith


Gerelateerd aan heer

menigte - heerschap - meneer - mijnheer - heerschaar - leger - legermacht - troepenmacht - armee - baas - meester - patroon