Vertaling van hoe gaat het
jij gaat binnen
hij/zij/het gaat binnen
tu entres
il/elle entre
» meer vervoegingen van entrer
jij gaat aan
hij/zij/het gaat aan
tu intéresses
il/elle intéresse
» meer vervoegingen van intéresser
jij gaat aan
hij/zij/het gaat aan
tu formes
il/elle forme
» meer vervoegingen van former
jij gaat dood
hij/zij/het gaat dood
tu meurs
il/elle meurt
» meer vervoegingen van mourir
jij gaat aan
hij/zij/het gaat aan
tu concernes
il/elle concerne
» meer vervoegingen van concerner
jij gaat achteruit
hij/zij/het gaat achteruit
tu recules
il/elle recule
» meer vervoegingen van reculer
jij gaat af
hij/zij/het gaat af
tu visites
il/elle visite
» meer vervoegingen van visiter
jij gaat door
hij/zij/het gaat door
tu affectes
il/elle affecte
» meer vervoegingen van affecter
jij gaat door
hij/zij/het gaat door
tu continues
il/elle continue
» meer vervoegingen van continuer
jij gaat door
hij/zij/het gaat door
tu parcours
il/elle parcourt
» meer vervoegingen van parcourir
Voorbeelden in zinsverband
Hoe gaat het?
Comment vas-tu ?
Hoi, hoe gaat het?
Bonjour, ça va?
Hallo John! Hoe gaat het?
Salut, John ! Comment vas-tu ?
Hoi Mimi! Hoe gaat het?
Salut, Mimi ! Comment ça va ?
Hoe gaat het met jullie moeder?
Comment va ta mère ?
Hoe gaat het met de familie?
Comment est la famille ?
Hoe gaat het met je vrouw?
Comment va ta femme ?
Hoe gaat het met u, mevrouw Jones?
Comment allez-vous, Madame Jones ?
Hoe gaat het met je vrouw?
Comment va ta femme ?
Hoe gaat het vandaag met je?
Comment vas-tu aujourd'hui ?
Hoe gaat het met je vader?
Comment va ton père ?
En met jou, hoe gaat het met jou?
Et toi, comment vas-tu ?
Hoe gaat het met je?
Comment ça va?
Hoe gaat het met u?
Comment allez-vous?
Hoe gaat het met u? Hebt u een goede reis gehad?
Comment vas-tu ? As-tu fait bon voyage ?