Vertaling van informeren

Inhoud:

Nederlands
Frans
berichten, informeren, inlichten, verwittigen, voorlichten {ww.}
informer 
renseigner 
apprendre à 

wij informeren
jullie informeren
zij informeren

nous informons
vous informez
ils/elles informent
» meer vervoegingen van informer

informatie inwinnen, informeren, inlichtingen vragen {ww.}
s'informer