Vertaling van inwisselen

Inhoud:

Nederlands
Frans
ruilen, inruilen, wisselen, inwisselen, uitwisselen, verruilen {ww.}
échanger 

ik zal inwisselen
jij zult inwisselen
hij/zij/het zal inwisselen

je échangerai
tu échangeras
il/elle échangera
» meer vervoegingen van échanger



Gerelateerd aan inwisselen

ruilen - inruilen - wisselen - uitwisselen - verruilen