Vertaling van je

Inhoud:

Nederlands
Frans
je, jij, ge, gij {pers. vnw.}
tu 
toi 
je, jouw, jouwe {pers. vnw.}
ta 
ton 
u, je, jij, ge, gij, jullie, gijlieden, gijlui, gelui, jelui, jou {pers. vnw.}
vous 
tu 
toi 
men, we, je, ze {onb. vnw.}
on 
uw, je, jouw, jullie, jouwe, uwe {bez. vnw.}
ta 
tien 
ton 
votre 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Hoe voel je je?

Comment te sens-tu ?

Voel je je ziek?

Te sens-tu malade ?

Je beeldt je dingen in.

Tu entends des choses.

Heb je je huiswerk gedaan?

Tu as fait tes devoirs ?

Hoe spel je je naam?

Comment épelez-vous votre nom ?

Hoe spel je je achternaam?

Comment épelles-tu ton nom de famille ?

Je moet je vader helpen.

Vous devriez aider votre père.

Je moet je gezin beschermen.

Tu dois protéger ta famille.

Herinner je!

Souvenez-vous en !

Rook je?

Fumes-tu ?

Je vrienden zullen je missen.

Vous allez manquer à vos amis.

Heb je je huiswerk gedaan?

Avez-vous fait vos devoirs ?

Je moet je kamer opruimen.

Tu dois faire le ménage de ta chambre.

Herinner je je mij nog?

Vous vous souvenez de moi ?

Heb je je collega's graag?

Aimes-tu tes collègues ?


Gerelateerd aan je

jij - ge - gij - jouw - jouwe - u - jullie - gijlieden - gijlui - gelui - jelui - jou - men - we - ze