Vertaling van kabbelen

Inhoud:

Nederlands
Frans
kabbelen, klapperen, klotsen, plassen, plonzen {ww.}
clapoter 
barboter 

zij kabbelen

ils/elles clapotent
» meer vervoegingen van clapoter



Gerelateerd aan kabbelen

klapperen - klotsen - plassen - plonzen