blikken, kijken, bekijken, kijken naar, schouwen, toekijken, toezien {ww.}
Hé, jij kunt tikken zonder te kijken naar het toetsenbord. Cool zeg!
Oh ? Tu peux écrire sans regarder le clavier. C'est cool !
Ik zou graag tv kijken.
Je voudrais regarder la télé.