Vertaling van klok

Inhoud:

Nederlands
Frans
klok, uurwerk {zn.}
pendule  [m] (le ~)
horloge  [v] (la ~)
De klok loopt achter.
La pendule retarde.
Deze klok is kapot.
Cette pendule est en panne.
klok [v], stolp {zn.}
pavillon  [m] (le ~)
bel [v], klok [v] {zn.}
sonnette  [v] (la ~)
cloche  [v] (la ~)
kakelen, klokken {ww.}
glousser

ik klok

je glousse
» meer vervoegingen van glousser



Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

De klok loopt achter.

La pendule retarde.

Deze klok is kapot.

Cette pendule est en panne.

Deze klok doet het niet.

Cette pendule est en panne.

De klok loopt tien minuten achter.

La pendule a dix minutes de retard.

Er hangt een klok aan de muur.

Une horloge est accrochée au mur.

De klok staat stil. Hij heeft een nieuwe batterij nodig.

L'horloge s'est arrêtée. Il y faut une nouvelle pile.

Zet de klok goed. Hij loopt tien minuten voor.

Règle la pendule. Elle avance de dix minutes.


Gerelateerd aan klok

uurwerk - stolp - bel - kakelen - klokken