Vertaling van klokken

Inhoud:

Nederlands
Frans
kakelen, klokken {ww.}
glousser

wij klokken
jullie klokken
zij klokken

nous gloussons
vous gloussez
ils/elles gloussent
» meer vervoegingen van glousser

bel [v], klok (mv. klokken) [v] {zn.}
sonnette  [v] (la ~)
cloche  [v] (la ~)
klok (mv. klokken) [v], stolp {zn.}
pavillon  [m] (le ~)
klok (mv. klokken), uurwerk {zn.}
pendule  [m] (le ~)
horloge  [v] (la ~)
De klok loopt achter.
La pendule retarde.
Deze klok is kapot.
Cette pendule est en panne.


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Voor wie luiden de klokken?

Pour qui le glas sonne-t-il ?

De klokken luidden, terwijl het paar de kerk verliet.

Les cloches retentirent tandis que le couple quittait l'église.

Tijd heeft geen onderverdelingen om het verstrijken ervan aan te duiden, er is nooit een onweersbui of trompetgeschal om het begin van een nieuwe maand of een nieuw jaar aan te kondigen. Zelfs wanneer er een nieuwe eeuw aanbreekt, zijn alleen wij stervelingen het, die klokken luiden en pistolen afschieten.

Le temps n'a aucune division qui marque son passage, il n'y a jamais de tempête ni d'éclat des trompettes pour annoncer le début d'un nouveau mois ou d'une nouvelle année. Même lorsqu'un siècle commence, ce ne sont que nous, mortels, qui faisons sonner les cloches et envoyons des salves de fusils.


Gerelateerd aan klokken

synoniemen

kakelen - bel - klok - stolp - uurwerk