Vertaling van knoeien

Inhoud:

Nederlands
Frans
beunhazen, knoeien, modderen, verhaspelen, verknoeien, verprutsen {ww.}
gâcher 

wij knoeien
jullie knoeien
zij knoeien

nous gâchons
vous gâchez
ils/elles gâchent
» meer vervoegingen van gâcher

frauderen, knoeien, zwendelen {ww.}
frauder 

wij knoeien
jullie knoeien
zij knoeien

nous fraudons
vous fraudez
ils/elles fraudent
» meer vervoegingen van frauder



Gerelateerd aan knoeien

beunhazen - modderen - verhaspelen - verknoeien - verprutsen - frauderen - zwendelen