Vertaling van koppel

Inhoud:

Nederlands
Frans
duo [o], stelletje [o], koppel, paar, span, stel, tweetal {zn.}
couple  [m] (le ~)
paire  [v] (la ~)
Ik kocht een paar laarzen.
J'achetai une paire de bottes.
Het paar besloot een wees te adopteren.
Le couple décida d'adopter un orphelin.
koppelen, schakelen {ww.}
embrayer

ik koppel

j'embraye; embraie
» meer vervoegingen van embrayer

koppelen {ww.}
s'entremettre
koppelen {ww.}
coupler 
accoupler 

ik koppel

je couple
» meer vervoegingen van coupler



Gerelateerd aan koppel

duo - stelletje - paar - span - stel - tweetal - koppelen - schakelen