Vertaling van landgoed

Inhoud:

Nederlands
Frans
boerderij [v], goed [o], landgoed [o], bezitting [v] {zn.}
bien  [m] (le ~)
propriété foncière [v] (la ~)
propriété  [v] (la ~)
fonds 
domaine  [m] (le ~)
Goed
Bien
Eind goed, al goed.
Tout est bien qui finit bien.


Gerelateerd aan landgoed

boerderij - goed - bezitting