Vertaling van laten

Inhoud:

Nederlands
Frans
laten, laten begaan, laten schieten, loslaten, toelaten {ww.}
laisser 

wij laten
jullie laten
zij laten

nous laissons
vous laissez
ils/elles laissent
» meer vervoegingen van laisser

doen, laten, laten doen, maken {ww.}
faire 
rendre 

wij laten
jullie laten
zij laten

nous faisons
vous faites
ils/elles font
» meer vervoegingen van faire

Je kan me niets laten doen dat ik niet wil doen.
Tu ne peux pas me forcer à faire quoi que ce soit que je ne veux pas faire.
Waar heb je je nieuwe kostuum laten maken?
Où as-tu fait faire ton nouveau costume ?


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Laten we haar alleen laten.

Laissons-la tranquille.

Laten we koffiepauze houden.

Faisons une pause café.

Laten we beginnen.

Commençons !

Laten we teruggaan.

Retournons !

Laten we trefbal spelen.

Jouons à la balle au prisonnier.

Laten wij even rusten.

Reposons-nous un peu.

Laten we kaart spelen.

Jouons aux cartes.

Laten we hier televisiekijken.

Regardons la télévision ici.

Laten we sushi eten.

Prenons des sushi.

Laten we overmorgen samenkomen.

Rencontrons-nous après-demain.

Laten we vrienden zijn.

Soyons amies.

Laten we handen schudden.

Serrons-nous la main !

Laten we voetbal spelen.

Jouons au football.

Laten we ons haasten.

Dépêchons-nous.

Laten we beginnen.

Commençons !


Gerelateerd aan laten

laten begaan - laten schieten - loslaten - toelaten - doen - laten doen - maken