Vertaling van lenen
wij lenen
jullie lenen
zij lenen
nous empruntons
vous empruntez
ils/elles empruntent
» meer vervoegingen van emprunter
wij lenen
jullie lenen
zij lenen
nous prêtons
vous prêtez
ils/elles prêtent
» meer vervoegingen van prêter
Voorbeelden in zinsverband
Geld lenen kost geld!
Ça coûte de l'argent d'emprunter de l'argent !
Mag ik je fiets lenen?
Puis-je emprunter votre vélo ?
Mag ik een potlood van je lenen?
Me prêteriez-vous un crayon ?
Kun je mij je woordenboek lenen?
Me prêterez-vous votre dictionnaire ?
Ik kan je dit boek niet lenen.
Je ne peux vous prêter ce livre.
Ik kan je dit boek niet lenen.
Je ne peux pas vous prêter ce livre.
We gaan het huis als onderpand gebruiken zodat we wat geld kunnen lenen.
Nous allons gager la maison de manière à pouvoir emprunter quelque argent.
Ik heb het lef niet om mijn baas te vragen of ik zijn auto mag lenen.
Je n'ai pas le courage de demander à mon chef de me prêter sa voiture.