Vertaling van lokaal

Inhoud:

Nederlands
Frans
lokaal {zn.}
local  [m] (le ~)
lokaal, plaatselijk {bn.}
local 
lokaal, plaats [v], plek, oord {zn.}
place  [v] (la ~)
local  [m] (le ~)
De middeleeuwen maakten plaats voor de renaissance.
L'époque médiévale fit place à la Renaissance.
Wat zoudt ge doen in mijn plaats?
Que feriez-vous à ma place ?
kamer [v], lokaal [o], vertrek [o] {zn.}
chambre  [v] (la ~)
pièce  [v] (la ~)
salle  [v] (la ~)
local  [m] (le ~)
Hij verliet de kamer.
Il quitta la pièce.
Kamer te huur.
Chambre à louer.


Gerelateerd aan lokaal

plaatselijk - plaats - plek - oord - kamer - vertrek