Vertaling van lokaliteit

Inhoud:

Nederlands
Frans
lokaliteit [v], oord, plaats [v], ruimte, zetel [m] {zn.}
lieu  [m] (le ~)
place  [v] (la ~)
endroit  [m] (l' ~)
localité  [v] (la ~)
Hij ging naar daar in plaats van zijn vader.
Il s'y rendit en lieu et place de son père.
De middeleeuwen maakten plaats voor de renaissance.
L'époque médiévale fit place à la Renaissance.


Gerelateerd aan lokaliteit

oord - plaats - ruimte - zetel