Vertaling van lonen

Inhoud:

Nederlands
Frans
lonen, belonen, terugdoen, vergelden, wedervergelden {ww.}
récompenser 

wij lonen
jullie lonen
zij lonen

nous récompensons
vous récompensez
ils/elles récompensent
» meer vervoegingen van récompenser

lonen, waard zijn {ww.}
valoir 

wij lonen
jullie lonen
zij lonen

nous valons
vous valez
ils/elles valent
» meer vervoegingen van valoir

bezoldiging [v], gage [v], loon (mv. lonen), salaris, traktement, verdienste, wedde {zn.}
salaire  [m] (le ~)
gaine  [v] (la ~)
appointements [m] (l' ~)
Hij verdient een hoog salaris.
Il perçoit un salaire élevé.