Vertaling van loop

Inhoud:

Nederlands
Frans
gang [m], loop [m] {zn.}
façon de marcher [v] (la ~)
démarche  [v] (la ~)
buis [v], kanaal [o], loop [m], pijp [v], roer [o], steel [m] {zn.}
tuyau  [m] (le ~)
tube  [m] (le ~)
stroming [v], loop [m], stroom [m] {zn.}
courant  [m] (le ~)
lopen, marcheren {ww.}
marcher 

ik loop

je marche
» meer vervoegingen van marcher

Kan je lopen?
Pouvez-vous marcher ?
Hij kan niet meer lopen.
Il ne peut plus marcher.
aan de wandel zijn, lopen, tippelen, wandelen {ww.}
se promener 
Hij ging wandelen.
Il est allé se promener.
Ze gaat graag alleen wandelen.
Elle aime se promener seule.
gaan, lopen, van stapel lopen, verlopen, zich begeven {ww.}
aller 
se déplacer 

ik loop

je vais
» meer vervoegingen van aller

Ik moet gaan.
Je devrais y aller.
Ik moet gaan slapen.
Je dois aller dormir.
lopen, stromen, vlieten, vloeien {ww.}
couler 

ik loop

je coule
» meer vervoegingen van couler

lopen, schrijden, stappen, treden {ww.}
faire les cent pas 


Voorbeelden in zinsverband

Nederlands
Frans

Loop niet zo snel.

Ne cours pas si vite.

Loop eens wat langzamer.

Marche plus doucement.

Loop niet in de klas a.u.b.

S'il vous plait, ne courez pas dans la classe.

In de loop van de twintigste eeuw is dit alles veranderd.

Tout ceci a changé au cours du vingtième siècle.