Vertaling van luchten

Inhoud:

Nederlands
Frans
luchten, spuien, uitluchten, ventileren, wannen {ww.}
ventiler 
aérer 

wij luchten
jullie luchten
zij luchten

nous ventilons
vous ventilez
ils/elles ventilent
» meer vervoegingen van ventiler

doortochten, doorwaaien, luchten {ww.}
mettre à l'air
éventer
aérer 


Gerelateerd aan luchten

spuien - uitluchten - ventileren - wannen - doortochten - doorwaaien